Over driedimensionaal borduren, bloemschikken en de Poppy Anemone
“Een verhaal over mij? Dan ga je snel uitgeschreven zijn. Over mijn boeketje op tafel kan ik meer vertellen.” Gelukkig maar. Lutgarde ziet een wereld zonder bloemen alleszins niet zitten. Vroeger deed ze aan bloemschikken en had ze een prachtige plantentuin. Vandaag geniet ze van haar paarse bloesems op het aanrecht. Meer bepaald de Poppy Anemone.
“Ik werd geboren in ’42, midden in de oorlogstijd.” Terwijl ze praat, checkt ze even haar smartphone. Hip lijkt een understatement voor Lutgarde. Maar het interieur verraadt haar. Pantoffels achter de deur, porselein in de vitrinekast en zwart-wit foto’s tegen de muur. Welkom bij een coole oma. Bloemen op de tafel, maar ook bloemen aan de muur. Een kleurrijk en ingewikkeld naald- en draadwerk trekt meteen onze aandacht. “Zelfgemaakt”, glundert Lutgarde. In haar vrije tijd doet ze aan driedimensionaal borduren. “Deze bloemen heb ik gemaakt met slechts één naaldje en één draadje. Je kan het al raden, hier ben ik ongeveer twee jaar aan bezig geweest. Bloemen hoeven niet altijd in een vaas te zitten, hé.” Ze lacht alsnog, ondanks die twee jaar.
Hoe mooi de artificiële bloemen tegen de muur ook mogen zijn, vandaag gaat het over de fel paarse Anemones op het aanrecht. Dit statig boeketje kreeg Lutgarde van haar oudste kleindochter Dorien. En Dorien weet precies wat haar oma wil. “Het is bijna Allerheiligen dus paarse bloemen zijn hier op hun plaats. Ik heb een tijd geleden twee dochters verloren. Ik ben dan ook van plan om met mijn paarse Anemones een bloemstukje te maken voor op hun graf.”
Bloemen hebben een genezende kracht voor Lutgarde. “Zesentwintig jaar geleden overleed mijn eerste dochter. Toen ben ik begonnen met bloemschikken. Ik was altijd al gepassioneerd door bloemen en ze hebben een kalmerend effect op me. Sindsdien maakte ik bloemstukjes voor op de graven. Dat doe ik tot op de dag van vandaag. Bloemschikken brengt rust in mijn hoofd en in mijn hart. En het is tegelijkertijd het enige wat ik nog voor hen kan doen.”
Uit het niets staat Lutgarde recht, neemt ze haar vaas met Anemones onder de arm en snelt ze naar buiten.
“Het is binnen veel te warm voor snijbloemen, zeker met de verwarming aan! Ik durf mijn boeketjes al eens op de terrastafel te zetten. Daar staan ze lekker fris. Mijn raam is toch groot genoeg. Als ik in de zetel zit, kan ik ze nog steeds bewonderen. En eigenlijk staan ze daar ook mooier, vind je niet? Zo donkere bloemen op een zwarte steen, dat trekt eigenlijk op geen orgel, hé.”
U denkt misschien al snel aan een fabeltje, maar Lutgarde is steevast overtuigd: praten tegen bloemen en planten werkt. “Ik geef ze geen meststoffen, ik geef ze liefde. Zo zeg ik iedere dag dat ze mooi zijn, bijvoorbeeld. Natuurlijk werkt dat! Zolang je er zelf maar in gelooft.” Lutgarde lacht, ook dat helpt.