De Philodendron green princess heeft donkergroene glanzende ovale blaadjes en is ijzersterk.
Philodendron hoort bij de Araceae (Aronskelk) familie en komt oorspronkelijk uit het Caraïbisch gebied, Colombia en Venezuela, maar groeit tegenwoordig ook in Azië. Er zijn honderden soorten bekend, waarvan er een stuk of tien tot woonplant zijn gepromoveerd. De plant werd in 1644 voor het eerst beschreven en kreeg in 1829 zijn naam. Die komt uit het Grieks: ‘philo’ betekent zoiets als ‘liefde’ of ‘genegenheid’ en ‘dendron’ is ‘boom’. Vrij vertaald is dat bomenknuffelaar, omdat Philodendron een echte klimplant is en zo graag bomen ‘omhelst’.
De plant staat symbool voor gezondheid en overvloed. Daarnaast is het een groene muze voor veel kunstenaars. Pablo Picasso gebruikte de Philodendron in zijn sculptuur ‘Woman in the Garden’ waar de bladeren te zien zijn op de nimf Daphne. Ook moderne kunstenaars vallen graag terug op de levendige, abstracte vormen van de plant, zoals in Mimi Little’s ‘Philodendron’ en Peggy Eyth’s ‘Tree With Split Leaf Philodendron.’
onderhoud / verzorging
Licht:
Deze plant doet het goed bij helder, indirect licht. Vermijd direct zonlicht, omdat dit de bladeren kan verbranden. Een plekje in de buurt van een raam met een lichte gordijn is vaak ideaal.
Temperatuur:
De ideale temperatuur voor een Philodendron Green Princess ligt tussen de 18°C en 24°C. Het is belangrijk om temperatuurschommelingen te vermijden, dus zet de plant niet in de buurt van een verwarmingsbron of airconditioning.
Water geven:
Laat de bovenste laag van de potgrond licht opdrogen tussen de gietbeurten. Steek je vinger ongeveer een centimeter in de grond; als de grond droog aanvoelt, is het tijd om water te geven. Geef liever regelmatig kleine hoeveelheden water dan af en toe veel water.
Luchtvochtigheid:
Philodendrons houden van een gematigde luchtvochtigheid. Als de lucht in je huis erg droog is, kan het nuttig zijn om de plant af en toe te besproeien. Plaats hem niet te dicht bij een verwarming of airconditioner.
Voeding:
In het groeiseizoen (meestal lente en zomer) kun je de plant om de paar weken voeden met een uitgebalanceerde vloeibare meststof. In de herfst en winter heeft de plant minder voeding nodig.
Verpotten:
Jonge Philodendrons kunnen eens per jaar worden verpot, terwijl oudere planten om de paar jaar kunnen worden verpot. Doe dit in het voorjaar.
Snoeien:
Als je wilt dat je Philodendron een compacte vorm behoudt, kun je af en toe dode of ongewenste takken snoeien. Gebruik schone, scherpe snoeischaar om de plant niet te beschadigen.
Ondersteuning:
Naarmate de plant groeit, kan het zijn dat hij wat ondersteuning nodig heeft. Je kunt een mosstok of een klimrek in de pot plaatsen, zodat de plant omhoog kan groeien.
Ziekten en plagen:
Controleer regelmatig op tekenen van ongedierte, zoals spint, bladluizen of schimmels. Behandel eventuele problemen zo snel mogelijk.
Algemene aandachtspunten:
Houd de plant uit de buurt van tochtige plekken en vermijd plotselinge temperatuurschommelingen.