Cacao (Theobroma cacao) is de plant waarvan chocolade wordt gemaakt.
onderhoud / verzorging
De verzorging van cacaoplanten is van groot belang om gezonde bomen en uiteindelijk kwalitatief hoogwaardige cacaobonen te verkrijgen.
Klimaat en locatie:
Cacaobomen gedijen goed in tropische klimaten met hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid. Ze groeien het beste binnen de 20 graden ten noorden en ten zuiden van de evenaar.
Een goed doorlatende bodem is essentieel, bij voorkeur met een licht zure pH-waarde.
Schaduw en bescherming:
Cacaobomen gedijen goed in de schaduw van grotere bomen. In hun natuurlijke habitat groeien ze vaak onder het bladerdak van andere bomen. Dit biedt bescherming tegen de felle zon en helpt de vochtigheid te behouden.
Water geven:
Cacaoplanten hebben regelmatig water nodig. Ze gedijen in vochtige omstandigheden, maar de bodem moet wel goed doorlatend zijn om wortelrot te voorkomen.
Bemesting:
Regelmatige bemesting is belangrijk voor de groei van gezonde cacaobomen. Een gebalanceerde meststof met stikstof, fosfor en kalium is ideaal.
Ziekte- en plaagbeheer:
Cacaobomen kunnen vatbaar zijn voor verschillende ziekten en plagen, zoals schimmels, insecten en knaagdieren. Het is belangrijk om regelmatig inspecties uit te voeren en indien nodig passende maatregelen te nemen, zoals het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen.
Snoeien:
Snoeien helpt bij het vormgeven van de cacaobomen en het bevorderen van een goede luchtcirculatie. Verwijderen van dode of zieke takken draagt bij aan de algehele gezondheid van de plant.
Oogst en verwerking:
De oogst van cacaobonen gebeurt meestal twee keer per jaar. Rijpe vruchten worden met de hand geoogst, de bonen worden eruit gehaald en vervolgens ondergaan ze een fermentatieproces. Na het fermenteren worden de bonen gedroogd voordat ze verder worden verwerkt.
Het succes van cacaoverzorging hangt af van het handhaven van deze verschillende aspecten om gezonde en productieve cacaobomen te verkrijgen, wat uiteindelijk resulteert in hoogwaardige cacaobonen voor chocoladeproductie.
Biologische bestrijding
van beestjes op kamerplanten is een duurzame en milieuvriendelijke aanpak om ongedierte te beheersen zonder schadelijke chemicaliën te gebruiken.
Natuurlijke vijanden introduceren
Roofmijten
Deze kleine mijten voeden zich met schadelijke mijten, zoals spintmijten.
Lieveheersbeestjes
Ze eten bladluizen en andere kleine insecten.
Aaltjes (nematoden)
Aaltjes zijn microscopisch kleine wormen die schadelijke larven in de grond aanvallen, zoals die van de varenrouwmug.
Neemolie
Neemolie wordt gewonnen uit de zaden van de neemboom en heeft insecticide en schimmelwerende eigenschappen. Het kan worden gebruikt om bladluizen, witte vlieg en trips te bestrijden.
Dienstige insecten aantrekken
Planten die nuttige insecten aantrekken, zoals bloemen, kunnen helpen bij het handhaven van een evenwichtig ecosysteem rond je planten.
Knoflook- en chilispray
Maak een natuurlijke spray door knoflook en chilipepers te laten weken in water. Ze kunnen effectief zijn tegen bladluizen en trips.
Zeepwater
Een milde zeepoplossing kan helpen bij het verwijderen van bladluizen. Zorg ervoor dat je een zeep (afwasproduct bv.dreft )zonder toegevoegde chemicaliën gebruikt.
Regelmatig inspecteren
Houd je planten regelmatig in de gaten om plagen in een vroeg stadium op te sporen voordat ze zich kunnen verspreiden.
Quarantaine
Plaats nieuwe planten eerst in quarantaine om te voorkomen dat eventuele plagen zich verspreiden naar je andere planten.
Gebruik van diatomeeënaarde
Diatomeeënaarde is een natuurlijk poeder dat dodelijk is voor insecten met een uitwendig skelet, zoals mieren, kevers en luizen.
Gezonde planten
Zorg voor gezonde planten door ze de juiste hoeveelheid water en voedingsstoffen te geven. Sterke planten zijn minder vatbaar voor plagen.
Onthoud dat consistentie en geduld belangrijk zijn bij biologische bestrijding. Het kan even duren voordat de populatie van natuurlijke vijanden groot genoeg is om de plagen onder controle te houden. Bovendien is het belangrijk om de aangetaste delen van de plant te verwijderen en de omgeving schoon te houden om herbesmetting te voorkomen.