Alocasia macrorrhiza

220,00

Alocasia macrorrhiza

Licht:

Alocasia macrorrhiza houdt van helder, indirect licht. Ze kunnen echter ook gedijen in lichte schaduw. Vermijd direct zonlicht, omdat dit de bladeren kan verbranden.

Water

Deze plant houdt van vochtige grond. Zorg ervoor dat de bovenste centimeter van de grond tussen gietbeurten opdroogt, maar laat de wortels niet uitdrogen. Te veel water kan leiden tot wortelrot, dus zorg voor goede drainage in de pot.

Luchtvochtigheid

Alocasia macrorrhiza komt oorspronkelijk uit tropische gebieden, dus ze houden van een hoge luchtvochtigheid. Als de lucht bij jou thuis erg droog is, kun je overwegen om een luchtbevochtiger in de buurt van de plant te plaatsen.

Temperatuur

Deze plant gedijt het beste bij warme temperaturen tussen 18-24°C. Probeer temperatuurschommelingen te vermijden, vooral in de winter.

Voeding

Geef de plant tijdens het groeiseizoen (lente en zomer) eens in de 4-6 weken een evenwichtige vloeibare meststof. In de herfst en winter heeft de plant minder voeding nodig omdat zijn groei vertraagt.

Potgrond

Gebruik een goed doorlatende, luchtige potgrond die rijk is aan organisch materiaal.

Verpotten

Jonge Alocasia macrorrhiza planten kunnen elk jaar of om de twee jaar worden verpot. Volwassen exemplaren kunnen minder vaak worden verpot, omdat ze een beetje krapte in de pot juist kunnen waarderen.

Snoeien

Snoei dode of beschadigde bladeren weg met een scherp, schoon mes om de plant gezond te houden.

Plaagbestrijding

Controleer regelmatig op plagen zoals spint, bladluizen en wolluis. Als je ze ziet, behandel de plant dan met insecticidale zeep of een ander geschikt bestrijdingsmiddel.

Let op de gezondheid van de plant

Let op veranderingen in de bladeren, zoals vergeling, bruine vlekken of andere afwijkingen. Dit kan een indicatie zijn van problemen zoals te veel of te weinig water, te veel zonlicht of andere verzorgingskwesties.

 

Biologische bestrijding

van beestjes op kamerplanten is een duurzame en milieuvriendelijke aanpak om ongedierte te beheersen zonder schadelijke chemicaliën te gebruiken.

Natuurlijke vijanden introduceren

Roofmijten: Deze kleine mijten voeden zich met schadelijke mijten, zoals spintmijten.

Lieveheersbeestjes: Ze eten bladluizen en andere kleine insecten.

Aaltjes (nematoden):

Aaltjes zijn microscopisch kleine wormen die schadelijke larven in de grond aanvallen, zoals die van de varenrouwmug.

Neemolie:

Neemolie wordt gewonnen uit de zaden van de neemboom en heeft insecticide en schimmelwerende eigenschappen. Het kan worden gebruikt om bladluizen, witte vlieg en trips te bestrijden.

Dienstige insecten aantrekken:

Planten die nuttige insecten aantrekken, zoals bloemen, kunnen helpen bij het handhaven van een evenwichtig ecosysteem rond je planten.

Knoflook- en chilispray:

Maak een natuurlijke spray door knoflook en chilipepers te laten weken in water. Ze kunnen effectief zijn tegen bladluizen en trips.

Zeepwater:

Een milde zeepoplossing kan helpen bij het verwijderen van bladluizen. Zorg ervoor dat je een zeep (afwasproduct bv.dreft )zonder toegevoegde chemicaliën gebruikt.

Regelmatig inspecteren:

Houd je planten regelmatig in de gaten om plagen in een vroeg stadium op te sporen voordat ze zich kunnen verspreiden.

Quarantaine:

Plaats nieuwe planten eerst in quarantaine om te voorkomen dat eventuele plagen zich verspreiden naar je andere planten.

Gebruik van diatomeeënaarde:

Diatomeeënaarde is een natuurlijk poeder dat dodelijk is voor insecten met een uitwendig skelet, zoals mieren, kevers en luizen.

Gezonde planten:

Zorg voor gezonde planten door ze de juiste hoeveelheid water en voedingsstoffen te geven. Sterke planten zijn minder vatbaar voor plagen.

Onthoud dat consistentie en geduld belangrijk zijn bij biologische bestrijding. Het kan even duren voordat de populatie van natuurlijke vijanden groot genoeg is om de plagen onder controle te houden. Bovendien is het belangrijk om de aangetaste delen van de plant te verwijderen en de omgeving schoon te houden om herbesmetting te voorkomen.

En stock